Costa Blanca

Als we de Cabo de Gata ronden varen we de Costa Blanca binnen. Het landschap ziet er meteen ook iets anders uit. We varen aan de rand van de Sierra Nevada en de bergen lopen min of meer uit tot in zee. Er zijn dus ook minder stranden hier en de afstanden tussen de havens wat groter. De eerste haven die we aandoen is San Jose. Een heel klein haventje waar eigenlijk maar plaats is voor een pasant. Wij zijn de gelukkige vandaag (nou ja gelukkig, ze rekenen 75 euro voor een nacht). En na drie dagen vragen. Het is wel een mooi strandplaatsje. we zien onderweg weer een walvis. Ik zie hem pal op tegenkoers aankomen en ga maar opzij. Ook deze gaat weer behoorlijk dicht langs ons heen. Nu wel op film.

als verwacht steekt er in de middag een forse wind op die ook nog eens precies op de havenopening staat. Er zijn vlagen van 38 knopen. Wij liggen aan een kade aan het begin en die houdt gelukkig de golven van wel 50 cm die de haven in lopen voor het grootste deel tegen. Ik vervang wel de meerlijnen met die met een rubber schokbreker, dat ligt een stuk beter.

De wind gaat in de nacht liggen dus we vertrekken de volgende ochtend vroeg voor een lange etappe, 70 mijl naar Cartagena. Een weinig wind mee dus op de motor. De spanningsregelaar heeft kuren en volgens de batterijmonitor geeft hij maar liefst 16,5 volt door aan de accu’s. Da’s nie goe, ik zoek onderweg contact met een specialist in Nederland. Uiteindelijk na wat gerommel door mij aan de bedrading werkt alles weer naar behoren. Na bijna de hele weg gemotord te hebben komen we in Cartagena aan. Een grote haven waarin ook twee jachthavens. Ondertussen zwemt er ook nog een stukje een hele grote dolfijn (of misschien toch wat anders?) met ons mee.

we zijn wel wat moe na zo’n dag dus van Cartagena zien we niks. Maar op de terugweg bekijken.

De volgende dag weer een behoorlijke etappe, bijna 65 mijl, naar Torrevieja. Er zijn weer drie jachthavens binnen de haven en wij liggen bij de real club nautico. Een prachtig clubgebouw en ook hier weer een zwembad erbij, heerlijk is dat toch als je na een warme dag zeilen even in het zwembad kunt verpozen. Het is een heel leuke stad met een kermis, boulevard en leuke winkelstraten. Ook een straatje met allemaal kraampjes waar ze de meest uiteenlopende dingen verkopen, zelfs electronica.

Maar wij moeten verder, op naar de volgende haven, Altea. Dat is bijzonder want daar liggen Klaas en Anneke, onze zeilburen uit Medemblik. Die hebben hier voor een jaar een box gehuurd. Het is een mooi weerzien, Ze hebben geregeld dat wij aan dezelfde steiger liggen als zij. S’avonds uit eten bij een belgisch restaurant. Ook in deze haven van de real club nautico weer een zwembad erbij trouwens. Dus in de middag even lekker zwemmen en zonnen, dan naar de beachbar op het strand net naast de haven voor een biertje of een cocktail en we hebben vis gehaald om met zijn vieren te visfonduen bij ons op de boot in de avond.

De volgende dag met de fiets er op uit en te voet de beklimming naar de kathedraal boven op de heuvel.

We blijven 3 nachten in Altea.

Dan door naar de laatste haven die we aandoen op het vasteland van Spanje, Moraira. Van daar steken we over naar Formentera, het eerste eiland dat we aandoen op de Balearen. Het was Klaas in een jaar niet gelukt om een overnachting te reserveren in deze haven, weinig bezoekersplaatsen en altijd vol. wij mogen er wel een nacht liggen. We worden aan de aankomststeiger geparkeerd en die ligt behoorlijk in de deining, we hebben een onrustige nacht. Het is er ook feestweek met live muziek. Wij zien alleen het voorprogramma dat tot na 12 uur duurt. Wij taaien dan af omdat we de volgende morgen vroeg vertrekken.

De costa del sol

Het was aan de Costa del sol, tingelingeling. Was ooit een liedje van de zangeres zonder naam. Als je bij Gibraltar de hoek om gaat, de Midellandse zee in en langs de oostkust van Spanje weer omhoog, dan is het eerste stuk tot aan Almeria de Costa del sol.

Enorm veel (hoge) bebouwing langs de kust met allemaal badplaatsjes. Stranden maar daar vlak achter behoorlijke bergen.gelukkig wel veel haventjes, gemiddeld om de 25 mijl is er wel een.

We zijn nauwelijks langs de rots van Gibraltar en kijken naar het landschap als we naast ons met enorme kracht lucht horen spuiten. Met een behoorlijke snelheid zwemmen twee enorme walvissen, ik schat ze op zeker 15 meter, tegen ons in en passeren ons op nauwelijks 20 meter. Dat was indrukwekkend en tegelijkertijd schrikken zo dichtbij. Van de schrik slagen we er ook niet in om een goede foto te maken. Later komen we nog dolfijnen tegen en die zwemmen nog heel even met de boot mee.

We gaan als eerste naar Estepona. Een echte toeristen badplaats. om de haven heen allemaal restaurantjes en cocktailbars. We eten uiteindelijk aan boord nadat we naar de supermarkt zijn gewandeld.

De volgende dag door naar Marbella. Gelukkig zijn daar twee havens, de bekendste is puerto Banus. Daar liggen allemaal miljoenen jachten. Als wij daar hadden gaan liggen moesten we 125 euro voor een nacht betalen. Wij gaan naar de gemeente haven iets verder, eigenlijk bij de oude stad. Daar betalen we 38 euro, een stuk schappelijker. ook hier blijven we een nachtje. Om de haven heen hetzelfde concept als de andere havens, allemaal restaurantjes en cocktailbars. S’middags zitten we nog even lekker op het strand. De spanjaarden gaan “en masse” om een uur of 6 nog naar het strand met het hele gezin. Daar zitten ze dan tot de zon ondergaat, een uur of half tien. Dan kleden ze zich om en gaan spazieren en eten. De restaurants gaan vaak pas om negen urr open en het helemaal niet gek hier als je om een uur of 11 gaat eten, anders dan bij ons dus. De haven is altijd een aantrekkelijk punt om naar toe te wandelen en we zien dan ook elke avond/nacht, zelfs om half twee in de nacht nog hele gezinnen met kleine kinderen voorbij komen (aapjes kijken zouden wij zeggen).

de volgende dag gan we naar Benalmadena, dat is het dorp voor Malaga. In Malaga is geen marina, hier wel. Het is de afstap haven voor Hans en Kitty die de volgende dag met de taxi in 15 minuten op Malaga airport staan om na 2 weken meevaren weer naar huis te varen.

Wij varen diezelfde dag nog naar Caleta de Velez. Dat is vooral een visserijhaven, maar er is ook een kleine jachthaven achterin. Er zijn niet veel gastenplekken maar gelukkig nog wel een voor ons. Vlak achter de haven is een kermis en er staat en feesttent waar muziek klinkt. We lopen er naartoe en er wordt opgetreden door de plaatselijke flamenco groepen. Erg leuk. We blijven een dagje langer om schoon schip te maken. Er is een wasmachine in de haven dus we wassen weer eens alle beddegoed, handdoeken etc.

De volgende dag varen we naar marina del este. Dat is een heel leuk klein haventje met een grote rots midden in de haven. Op de kant allemaal restaurants en winkeltjes.erg charmant deze plek.

Dan door naar Motril. Grote commerciele haven, we zien wel 7 cruiseboten liggen als we aankomen, en helemaal achterin de haven een jachthaven. Zowaar met een vingersteiger. Vanaf Gibraltar hebben we alleen maar de “meditterenean mooring” methode gehad. Dat betekent dat je met de voor- of achterkant, meestal de achterkant want dat stapt makkelijker af, naar de kade/steiger gaat en dan geeft de Marinero een mooringlijn aan die je langs de boot naar voren moet lopen en dan flink aantrekken en voor vastzetten op de kikker. Deze mooringlijnen zijn aan grote ingegraven betonnen blokken vastgemaakt.

Het is een zeilclub en ze hebben er zelfs een zwembad bij in de haven en als je er ligt mag je er gebruik van maken. Dat doen we met plezier. Om een uur of 6 komen er hele families met kinderen, ik denk uit de buurt naar het zwembad. Wij taaien om half acht af want we gaan in het restaurant bij de haven eten. Zij hebben ook een scherm hangen zodat we naar het Nederlandse dameselftal kunnen kijken die de kwartfinale spelen tegen Italie. We zijn de enige die er in geinteresseerd zijn overigens en ze winnen weer.

de volgende haven is Almerimar. De haven gaat deels door de bebouwing, zeg maar een soort kanaal tussen de huizen. Wij liggen in het kanaal Barcelona. Het valt ons op dat de haven minstens voor de helft leeg is. Het schijnt hier vooral een populaire overwinterhaven te zijn met concurrerende prijs. Dat is nu niet echt zo want de prijs is boven de 50 euro per nacht.

De volgende dag vieren we mijn verjaardag door een rondje te golfen op de golfbaan die niet veel meer dan 100 mtr van de boot ligt. Het is laagzeisoen in de zomer, want te warm, dus we kunnen voor een schappelijk tarief spelen en er is plek zat.

s’avonds dineren we in een restaurant aan de haven, heerlijk gegeten.dan schuiven we op naar Aquadulce. De laatste haven van de Costa del Sol. We liggen aan de hoofdsteiger waar iedereen langs komt. Ook hier weer tot laat in de avond hele gezinnen. We liggen ook precies tegenover de discotheek die, merken wij later tot 7 uur s’ochtends open blijft. Wel een mooie discotheek met 3 verdiepingen. Bovenop een prachtig dakterras.We slapen er beste redelijk doorheen, alleen om 7 uur als de laatste gasten met enig lawaai vertrekken worden we even wakker. Die avond spelen de nederlandse dames de finale. Wij kijken bij een cafe annex gokpaleis. Iets verder is een belgisch restaurant waar we in de rust oranje shirts ontwaren. Een nederlands groepje kappers die een vrijgezellenfeest hebben van een vriend die gaat trouwen. We eten na de wedstrijd gezellig met hen samen en als afsluiting drinken ze nog wat bij ons aan boord. Heel gezellig

Gibraltar

Een autonome staat wordt ons nog maar eens verteld als we wat onenigheid hebben over het kopieren van onze paspoorten.

we liggen echt vlak naast de landingsbaan (100 meter denk ik) waardoor de aankomst van een vliegtuig ineens best spectaculair is met donderend geweld. Gelukkig maar een paar keer per dag. Aan de andere kant van de haven ligt een cruiseschip dat als hotel gebruikt wordt. Het gedeelte waar we liggen heet ocean village en is erg leuk ingericht met restaurants en terrassen. Het is nog niet klaar en het is de bedoeling dat de marina een opknapbeurt krijgt. We kunnen bij de engelse pub op het terras zelfs de nederlandse voetbalvrouwen (tegen Italie) kijken op een groot scherm.ze wonnen dus de avond was weer goed.

De volgende dag staat de rots van Gibraltar op het programma. Je kan met een kabelbaan. Er blijkt een rij van anderhalf uur voor de kassa om kaartjes te kopen. In de rij staand komen we er achter dat als je op internet kaartjes koopt je deze rij mag passeren. Doen we dus met de ipad ter plekke. Scheelt ons zeker een uur.

als we bovenkomen met de kabine hangt er al meteen een aap in het open raam, hoezo brutaal?

We dachten van te voren leuk als we misschien een aap zien, maar het stikt er van en sommige zijn best groot zodat je wat benauwd wordt als ie alleen al naar je kijkt. Je ziet dat ze ook echt uit zijn op tassen met (mogelijk) voedsel. We zien ook hoe 2 apen resoluut op iemand met een plastic tas toe rennen en deze met enig geweld uit zijn handen rukken. Er zit drinken en een broodje in dat door de apen met smaak wordt verorberd. Later zie ik ook nog een aap die op iemand zijn rug springt en zijn rugzak gewoon openritst en er iets als een snicker uithaalt.

we wandelen over de rots, best wel pittig omhoog en omlaag af en toe, en dat in de hitte van boven de dertig! Naar Europe point. Een platform met een groot kanon dat de straat van gebraltar bestrijkt en van waar je ook Afrika (Marokko) goed kan zien.op de terugweg zien we ook nog apen met baby aapjes.

Al met al een mooie tocht.

Door naar Gibraltar

Vanaf Villamoura gaan we in een keer naar de spaanse grens. Die wordt gevormd door een rivier, de Guardiana. Aan de ene kant Portugal, aan de andere kant Spanje. Wij gaan naar Ayamonte, aan de spaanse kant. Het is er niet druk maar het ziet er wel lekker vakantie achtig uit. Als we de volgende dag de rivier weer uitvaren varen we een dikke mist in. We zien niets meer en moeten volledig op onze instrumenten, de kaartplotter en de radar vertrouwen. Die werken fantastisch. We zien de dijk van de rivier en onze radar ziet zelfs redelijk kleine visstokken die veelvuldig in het water staan. Na een uurtje wordt het zicht beter en later is het op zee helder, zien we alleen richting land nog een laaghangende bewolking. We gaan naar Rota, in de baai van Cadiz. Rota is een kleine plaats maar ook hier weer een mooie boulevard aan het strand. Je kan hier vandaan met de ferry naar Cadiz aan de overkant van de baai. Cadiz is de oudste stad van Spanje, 3000 jaar oud! De haven schijnt alleen niet geweldig te zijn. De ferry gaat echter niet vanwege de zeegang (behoorlijke swell). We besluiten dus om dan maar zelf met de boot naar Cadiz te gaan. Goede keus. Dit is een van de mooiere steden die we hebben aangedaan. Het heeft iets weg van Havanna, Cuba maar dan wel met netjes bijgehouden en gerestaureerde gebouwen.

De vismarkt is erg leuk want je kunt er ook wat pinxtos met een wijntje nemen terwijl je naar al die winkelende mensen kijkt

We halen er natuurlijk zelf ook wat te eten. S’avonds gaan we naar en restaurant op een pleintje wat ons is aanbevolen door nederlanders die we tegenkwamen. Gelukkig gereserveerd want het is bomvol en lekker eten.

De volgende dag is er een processie. Niet zo maar een maar een beroemde. ronduit indrukwekkend als je ziet wat de mannen naar buiten torsen. 18 dragers om een beeld door de stad te dragen, in 30 graden ook nog. Het gebeurd kennelijk heel regelmatig want het viel mij op dat veel dragers abnormaal gevormde schouderspieren hebben aan de kant waar ze dragen. En er is niet een beeld, nee het zijn er wel 10 ofzo.

Ook de muziek er omheen met een groot orkest vond ik geweldig, leek een beetje op filmmuziek.

Vanaf Cadiz varen we naar Barbate. Beetje rare haven. Met een groot betonnen gebouw wat voor het grootste gedeelte leeg staat (er zit eigenlijk alleen een havenkantoortje in). Je moet ook helemaal om de haven (waarvan ook een groot gedeelte visserijhaven is) heen lopen om bij het dorp/stadje te komen. Dat is dan we weer leuk met een mooie boulevard aan het strand. Het staat bekend om de tonijnvisserij en elk restaurant biedt dit dan ook aan. Vinden wij lekker, dus we nemen atun taki taki, dat betekent tonijn gemarineerd en daarna heel snel om en om even gegrild. Volgens dag om de laatste kaap heen, Tarifa, en op naar de straat van Gibraltar. Dat is een hele grote baai vol met voor anker liggende vrachtschepen. Daar slalommen we tussendoor helemaal naar achteren, naast de landingsbaan van het vliegveld ligt de haven. Beetje een ouwe bende maar goed, ze zeggen dat ze aan het renoveren zijn en de prijs is er naar, 25 pond per nacht. En dan lig je wel midden in de plaats. Je loopt zo van de haven het gezellige centrum in.